Welke autoverlichting gebruik je wanneer?

Goed werkende autoverlichting is essentieel voor veiligheid op de weg. Toch is het niet altijd duidelijk welke verlichting je wanneer moet gebruiken. Wanneer mag je bijvoorbeeld mistlampen aanzetten? En wanneer is groot licht toegestaan? In deze blog leggen we alles uit over de verschillende soorten autoverlichting en wanneer je welke moet gebruiken.

Welke autoverlichting gebruik je wanneer? Zo zit het!

Dimlicht: standaard bij schemering en slecht zicht

Groot licht: alleen bij donkere wegen zonder tegenliggers

Stadslicht: bij parkeren in het donker

Mistlampen: bij zeer slecht zicht (< 200m voor, < 50m achter)

Dagrijverlichting: extra zichtbaarheid overdag

Dimlicht gebruiken

Dimlicht is de verlichting die je het vaakst gebruikt. Dit is het normale licht dat ervoor zorgt dat je zelf goed ziet, zonder tegenliggers te verblinden.

Wanneer gebruik je dimlicht?

  • Bij schemering en in het donker

  • Overdag bij slecht zicht (mist, regen of sneeuw)

  • In tunnels

Dimlicht gaat automatisch aan bij de meeste moderne auto's, maar het is verstandig om altijd te controleren of je verlichting goed werkt.

Groot licht gebruiken

Groot licht zorgt ervoor dat je verder vooruit kunt kijken in het donker. Dit is handig op wegen zonder straatverlichting, maar je mag het niet altijd gebruiken.

Wanneer mag je groot licht gebruiken?

  • ’s Nachts op onverlichte wegen

  • Bij het rijden op de snelweg zonder tegemoetkomend verkeer

Wanneer mag je géén groot licht gebruiken?

  • Bij tegenliggers of als je achter een andere auto rijdt (om verblinding te voorkomen)

  • In mist, regen of sneeuw (het licht weerkaatst en vermindert je zicht)

Stadslicht gebruiken

Stadslicht (ook wel parkeerlicht genoemd) is een zwakke verlichting die wordt gebruikt als je auto geparkeerd staat op een slecht verlichte plek.

Wanneer gebruik je stadslicht?

  • Bij het parkeren op een onverlichte weg in het donker

  • Als je stilstaat in onoverzichtelijke situaties

 

Stadslicht is niet bedoeld om mee te rijden. Je zichtbaarheid is hierdoor onvoldoende, dus schakel altijd over naar dimlicht als je de weg op gaat.

Mistlampen gebruiken

Mistlampen zijn krachtige lichten die door mist, regen en sneeuw heen schijnen. Ze zorgen ervoor dat jij beter ziet én beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.

Wanneer mag je mistlampen gebruiken?

  • Mistlampen vóór: bij mist of hevige regen met zicht minder dan 200 meter

  • Mistachterlicht: alleen bij zicht minder dan 50 meter

Wanneer mag je mistlampen niet gebruiken?

  • Bij normale regen of lichte mist

  • Bij goed zicht, want ze kunnen andere bestuurders verblinden

Gebruik je mistlampen verkeerd? Dan riskeer je een boete. Lees meer over veilig rijden bij slecht weer in onze gids over mist en autoverlichting.

Dagrijverlichting gebruiken

Dagrijverlichting (DRL) is een relatief nieuwe functie die ervoor zorgt dat je auto overdag beter zichtbaar is. Moderne auto's schakelen dit automatisch in.

Wanneer gebruik je dagrijverlichting?

  • Overdag bij goed weer (soms automatisch ingeschakeld)

 

Let op:
Dagrijverlichting vervangt dimlicht niet. In het donker of bij slecht zicht moet je handmatig overschakelen naar dimlicht.

Welke autoverlichting moet je controleren?

Regelmatige controle van je verlichting voorkomt boetes én gevaarlijke situaties. Check je verlichting bijvoorbeeld bij:

  • APK-keuring

  • Seizoensgebonden onderhoud (winter- of zomercheck)

  • Een waarschuwing op je dashboard

Is jouw autoverlichting kapot of twijfel je of alles nog goed werkt? Plan een afspraak bij Service Only en wij controleren of je verlichting goed werkt. Door de juiste autoverlichting op het juiste moment te gebruiken, rijd je veiliger en voorkom je boetes.